Je leert iemand beter kennen door een uur spelen dan door een jaar praten. Dit schijnt de filosoof Plato gezegd te hebben, in het jaar 398 voor Christus, op een dinsdagmiddag, om 17:00 uur, ongeveer. Het kan ook zijn dat iemand anders dit heeft gezegd, dat maakt ook niet zoveel uit. Want deze opvatting is – nog steeds – waar.

Op een regenachtige zaterdag ben ik op bezoek bij mijn zus. Zij heeft drie kinderen. Omdat het te koud is om buiten te spelen, besluiten we om een spelletje te doen. Monopolie. We spelen met zijn vieren. Al snel valt me op dat we allemaal op onze eigen manier spelen. De oudste van de drie speelt om te winnen, de midddelste wil vooral niet verliezen, de jongste wil vooral veel spelen. En ik probeer te helpen door een leuke spelervaring te creëren voor iedereen.

Hoe je een spel speelt, zegt veel over wie en hoe je bent. Als je iemand vraagt of hij eerlijk is, of goed samen kan werken, is het (sociaal-wenselijke antwoord) bijna altijd ‘Ja’. Maar ga een spelletje met iemand spelen en je merkt vanzelf of iemand vals speelt. Andere zaken die opvallen tijdens het spelen: kan je samen spelen en/of werken, kan je onderhandelen, ben je competitief, heb je plezier in het spelen, hoe communiceer je (onder druk), neem je de leiding of wacht je af, en zo nog veel meer.monopoly-man

Als je speelt kun je je niet verstoppen (behalve bij verstoppertje). Er komt altijd een moment dat we ons in de (spreekwoordelijke) kaarten laten kijken. Dat we onszelf blootgeven. Vergelijk dat met bijvoorbeeld een politicus. Sommigen hebben het tot kunst verheven om uren te praten zonder daadwerkelijk iets te zeggen. En wat levert een gesprek dan op?

En hoewel we eigenlijk wel weten dat een gesprek soms maar beperkte informatie kan opleveren, is het vaak wel het eerste wat we doen. Bij een sollicitatie of, op persoonlijk vlak, bij een date. We prikken een datum, spreken een locatie af, bedenken vragen en er wordt gepraat, heel veel gepraat. En soms levert dat ook zeker wat op. Vooral als een ‘klik’ is. Maar vaak levert het ook weinig op of blijkt later dat er cruciale informatie mist – maar dan is het vaak al te laat.

Wat kunnen we hier nu aan doen? Mijn antwoord is: spelen! En spelen hoef je niet letterlijk op te pakken. Je hoeft geen monopolie te gaan spelen. Al is het natuurlijk wel interessant hoe juist dat spel gespeeld wordt door een aankomend vastgoedmanager…

In een sollicitatieprocedure kunnen we (om te beginnen) het gesprek overslaan. Ga in plaats daarvan met iemand spelen. En dan niet alleen maar in een rollenspel waarin “zogenaamde” alledaagse situaties centraal staan. Bedenk juist een spelsituatie waarin de vaardigheden die relevant zijn voor de functie een rol spelen. En speel vooral ook zelf actief mee. Word onderdeel van het spel en deel de ervaring. En uiteraard kun je na het spelen altijd nog een gesprek voeren. En dan kun je het in dat gesprek juist hebben over wat je hebt gezien en ervaren tijdens het spel.

Maar zit een sollicitant wel te wachten op het spelen van een spelletje, hoor ik je denken. Ik draai deze vraag graag om: welke sollicitant zit er nu te wachten op weer een obligaat sollicitatiegesprek dat je vooraf vaak letterlijk uit kan tekenen. Waarin weer gevraagd wordt om te vertellen wie je bent, wat je sterke en zwakke punten zijn en voorbeelden te geven van dingen die je goed of slecht afgaan.

Op persoonlijk vlak zouden we ook het daten anders kunnen aanpakken. Spreek nu eens niet af in dat ene café of restaurant. Ga in plaats daarvan een spelletje doen. Ga bowlen, doe een speurtocht of een citygame. Als je het maar samen of in een groep kunt doen. Je zult versteld staan wat je over je date leert.

En als de ander niet met je wil spelen, wat dan? Ik zou mij afvragen of deze persoon sowieso wel geschikt is voor mij of mijn organisatie. Want wie wil er nu niet af  en toe gewoon lekker spelen?

Een keer van gedachten wisselen over hoe je spel kunt implementeren in je bedrijf? Of om een spelletje te spelen? Neem gerust contact op!