Het gaat nog steeds niet echt goed met de Nederlandse economie (om maar een understatement te gebruiken). En dan verschijnen er ook steeds meer alarmerende berichten in de media waarin voorspeld wordt dat de meeste banen die er tegenwoordig zijn op (korte of langere) termijn zullen worden overgenomen door robot of machines.

Als gezegd wordt dat we ons hele leven moeten blijven leren, dan betekent dat voor mij dat we vooral aandacht moeten besteden aan onze vaardigheden. Want met de juiste vaardigheden kunnen we in iedere denkbare (loop)baan in de toekomst mee blijven doen.

Dat onze wereld verandert is bekend, en dat onze wereld steeds sneller verandert begint ook bij iedereen door te dringen. Ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op. Een voor de hand liggend voorbeeld is de mobiele telefoon. Je hebt net een nieuwe telefoon waar je aan gewend bent, en er is alweer een nieuw model uit – met weer nieuwe features en meer mogelijkheden en nog meer apps. En ook op het werk neemt bijvoorbeeld de digitalisering toe. Steeds meer taken worden overgenomen door de computer. Hierdoor kun je niet meer altijd terugvallen op oude werkroutines.

En waar kennis vroeger macht was, gaat dit tegenwoordig niet meer op. Kennis is geen macht meer. Alle kennis (althans bijna alle kennis) staat immers op het internet en met nieuwe toepassingen (software en apps) is die informatie voor iedereen direct beschikbaar. Jezelf onderscheiden op kennis en/of inhoud wordt dus steeds moeilijker.

Ben jij te vervangen?

Gelukkig zijn er ook mensen die nadenken over hoe we ons kunnen voorbereiden op de toekomst. Het Institute for the Future (IftF) heeft hier onderzoek naar gedaan.

Uit dit onderzoek blijkt dat er zes ontwikkelingen zijn die zorgen voor de grote veranderingen die we in onze maatschappij zien. Enkele van deze ontwikkelingen zijn: we leven langer en hebben daardoor meerdere carrières. Meer zaken worden digitaliseert en worden onderdeel van hetzelfde systeem (“the internet of things”). Daarbij worden ook steeds meer systemen met elkaar verbonden én zijn ze allemaal te programmeren. En de “nieuwe” en sociale media zorgen voor veranderende werkwijzen en daarmee ook voor veranderende organisaties.

Voor mij wordt het interessant als het IftF de vaardigheden voor de toekomst omschrijft. Zij onderscheiden daarbij onder andere de volgende vaardigheden:

1. Sense-making: het vermogen om te achterhalen wat er echt wordt bedoeld in interacties (een machine of robot kan dat niet);
2. Social intelligence: het vermogen om je daadwerkelijk met anderen te verbinden, om langdurige relaties aan te gaan;
3. Computational thinking: de vaardigheid om met reacties en oplossingen te komen buiten de gebaande paden en de normale oplossingsrichting, om te kunnen reageren op het onverwachte;
4. Cross-cultural competency: het vermogen om te werken in verschillende culturele omgevingen;
5. Transdisciplinarity: het vermogen om concepten uit meerdere disciplines te begrijpen en met elkaar te verbinden;
6. Design mindset: het vermogen om taken en werkprocessen én je organisatie in te richten met het oog op de gewenste uitkomsten;
7. Cognitive load management: het vermogen om belangrijke informatie te onderscheiden van niet belangrijke informatie en deze te filteren, vervolgens het begrijpen hoe cognitieve functies geoptimaliseerd kunnen worden met gebruik van verschillende hulpmiddelen en technieken.
8. Virtual collaboration: het vermogen om productief te werken, betrokken en aanwezig te zijn in een virtueel team.

Dit zijn, met andere woorden, de vaardigheden voor de toekomst, de vaardigheden voor morgen.

Als ik deze vaardigheden probeer te vertalen naar mijn wereld, dan stel ik vast dat we moeten leren om flexibel te zijn, zodat we ons aan kunnen passen aan veranderingen. Dat we moeten leren om echt verbinding te maken met de ander, in verschillende culturen en multidisciplinair, niet alleen om samen te werken maar om elkaar verder te helpen. Dat we moeten leren om doelgericht en resultaatgericht te werken waarbij we in staat blijven om onszelf, onze werkwijze én organisatie aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Oftewel, we moeten leren om meer in het hier en nu te opereren, spontaan te zijn, fouten durven maken en dat samen met anderen te doen.

De wereld verandert en je (loop)baan verandert ook. Je kunt er voor kiezen om niets te doen en te hopen dat de veranderingen bij jou wel meevallen. Of je kiest voor pro actief handelen.

Als gezegd wordt dat we ons hele leven moeten blijven leren, dan betekent dat voor mij dat we vooral aandacht moeten (gaan) besteden aan onze vaardigheden. Natuurlijk is het ook goed om onze kennis (en daarmee de inhoud) te onderhouden, maar alleen het onderhouden van kennis is onvoldoende om volwaardig mee te (kunnen) blijven doen. Want juist met de juiste vaardigheden kunnen we in iedere denkbare (loop)baan in de toekomst mee blijven doen.

Ik heb vertrouwen in de toekomst, want deze vaardigheden voor morgen zijn exact de vaardigheden die ik leer met improviseren. Want theatersport is dan in eerste plaats gericht op het theater, de vaardigheden die ik daar leer zijn juist ook toe te passen in het “echte leven” én het zijn daarmee de vaardigheden voor morgen.

En het goede nieuws is dat ook jij die vaardigheden kunt leren. Maar dan moet je wel bereid om je open te stellen voor deze vaardigheden voor morgen.

– Marcel

(Meer informatie: over het onderzoek: http://futureofcio.blogspot.nl/2013/09/executive-summary-of-iftf-white-paper.html)

 

Lees ook mijn eerdere blogs:
Hoe vaak lach jij op een dag? Waarschijnlijk minder vaak dan je denkt!
Theatersport, nu ook in Kerkdriel